Dit artikel werd geschreven door Peter van Tarel namens de Nederlandse Volleybal Bond en is ook te vinden via deze link.
Het lijkt een uitzondering: men neemt plaats op de tribune in een sporthal om een handbal- of volleybalwedstrijd te kijken. Helaas ontbreekt het zicht op een deel van het veld, waardoor het publiek niet kan zien of een bal in of uit is. Vergelijk dit met een plek in een voetbalstadion waar men het doel niet kan zien. Ondenkbaar natuurlijk, echter bij binnensport een probleem dat eerder regel dan uitzondering is.
De totstandkoming van een binnensportaccommodatie is een complex proces. Anders dan bij veel buitensportaccommodaties, heeft men te maken met een groep van verschillende gebruikers die allen specifieke wensen hebben. De zaalsporten hebben hun eigen spelregels die van invloed zijn op de inrichting, hoogte, ruimte en tal van andere zaken. Veelal maakt het onderwijs ook gebruik van de accommodatie, waardoor specifieke eisen vanuit de KLO en Onderwijs CAO van toepassing zijn. Probeer daar maar eens een betaalbare accommodatie voor te ontwikkelen die ook nog voldoet aan alle wensen en eisen.
De tekst gaat verder na de afbeelding
Het proces om te komen tot een programma van eisen verloopt vaak hetzelfde: de gebruikers worden in één of twee sessies bevraagd op hun wensen en behoeften. Vervolgens vraagt de architect het Handboek Sportaccommodaties op om te zien welke eisen en richtlijnen er gehanteerd worden voor de verschillende sporten. Hoewel dit een efficiënte methode lijkt, leidt het echter vaak tot accommodaties waarvoor vanaf de opening al dispensaties aangevraagd moeten worden. Bovendien blijkt het gebruikersgemak nogal eens te wensen over te laten, zoals in de eerste alinea beschreven. En zo worden tot op de dag van vandaag miljoenen geïnvesteerd in sportaccommodaties die niet voldoen aan de sportieve eisen en wensen van de gebruikers. Bovendien houden sportbonden steeds meer vast aan de eisen voor goede sportbeoefening, waardoor dispensaties bijna niet meer worden verleend.
Hoe kan dit voorkomen worden? De complexiteit van een binnensportaccommodatie vraagt om specifieke expertise. Er is kennis nodig van de sport, van verenigingen en van technische kwalificaties. Een vrije ruimte van twee meter voor een volleybalveld lijkt simpel. Maar als er geen rekening wordt gehouden met het plaatsen van de spelersbank en tellertafel, blijkt in de praktijk de vrije ruimte opeens slechts 1 meter te zijn. Met verhoogde kans op blessures en ongemak. Er zijn honderden gelijke voorbeelden bekend die leiden tot aanvullende investeringen, ongeschiktheid van de accommodatie voor bepaalde competitiesporten en uiteindelijk tot inefficiëntie.
De zaalsportbonden bundelen hun kennis om verenigingen en gemeenten zo goed mogelijk te adviseren bij de (her)bouw van binnensportaccommodaties. Er wordt onder leiding van NOC*NSF gewerkt aan een nieuwe digitaal handboek sportaccommodaties, waarin de meest actuele eisen per sport te vinden zullen zijn. Misschien nog wel belangrijker is echter om al vanaf het allereerste moment in het proces de juiste expertise vanuit de sport aan tafel te zetten. Goede begeleiding bespaart geld, tijd en ongewenste uitkomsten. Zo kunnen sporters veilig sporten, kunnen accommodaties op de juiste sociaal-maatschappelijke wijze worden ingezet en kunnen bezoekers juichen (of niet) zodra de bal in de buurt van de lijn de grond raakt.
Meer weten?
Neem dan contact met ons op via info@scherp-advies.nl. Je kunt ook terecht bij de verschillende sportbonden.
Nederlandse Volleybal Bond
Nederlandse Badminton Bond
Nederlandse Handbal Bond
Nederlandse Basketball Bond